28-01-2012, 12:39 PM
Ch. Branaire-Ducru 1987
Laten we nog eens een mythe doorprikken. Namelijk die van de slechte oogstjaren.
1987 was er zo één. Nergens iets goeds over te vernemen, zelfs in Porto werden maar een paar vintages gedeclareerd (en degene die ik geproefd heb, waren wel degelijk de moeite waard).
En wat meer is, het is het geboortejaar van onze zoon... Pech voor de gast, zal je zeggen. Enfin, ja, op wijngebied dan toch.
Voor zijn vijfentwintigste wou ik toch het risico eens nemen. In 2007, net te laat voor zijn twintigste verjaardag, kocht ik een lotje met daarin een fles Ch. Branaire (Duluc-Ducru) 1987. Niveau tot in de nek, deftige capsule, niet te duur... Geen topkasteel, maar toch een zeer consequente cru classé van St-Julien. As rumour goes is het zelfs een outperformer in slechte millésimes (enfin, dat zeggen ze allemaal).
Open, die fles!
De kurk kwam er nog maar eens in duizend stukjes uit. Dat ligt allicht aan mij en mijn kurkentrekker.
Niks decanteren of verluchten, we weten immers uit ondervinding dat zo'n oude krengen op tien minuten al hun smaak- en geurelementen kunnen kwijtspelen.
De kleur was behoorlijk geconcentreerd, zij het redelijk licht, je zou met een oudere bourgogne kunnen verwarren, granaatrood met een beginnende tuillé, maar zeker geen slijtage. Neus van goeie ouwe wijn. Geen storende geuren zoals motorolie of vers gebeerd bietenveld...
Wel boenwas, kreupelhout, herfstblad en een hint van geplette kleine besjes, karamel en kaneel. Zeer versmolten, zachte en rond en niet echt expressief, maar aangenaam.
In de mond leidde dat tot een zelfde gewaarwording, een goed evenwicht, met compleet versmolten tannines, het beetje bitter dat aanwezig is lijkt me een spoor van een, door de aard van het oogstjaar, opgedreven percentage merlot.
Slotsom: onze hoop was niet hoog gespannen en de meevaller was dus des te groter. Een wijn, uit een rotjaar van een kwart eeuw geleden, die we met genoegen gedronken hebben.
Zoals we iedereen die het horen wil op het hart drukken: giet nooit iets weg wat je niet eerst geproefd hebt. En geloof nooit zonder meer de veralgemenende sterretjes en cijfertjes uit de boekskens.
Laten we nog eens een mythe doorprikken. Namelijk die van de slechte oogstjaren.
1987 was er zo één. Nergens iets goeds over te vernemen, zelfs in Porto werden maar een paar vintages gedeclareerd (en degene die ik geproefd heb, waren wel degelijk de moeite waard).
En wat meer is, het is het geboortejaar van onze zoon... Pech voor de gast, zal je zeggen. Enfin, ja, op wijngebied dan toch.
Voor zijn vijfentwintigste wou ik toch het risico eens nemen. In 2007, net te laat voor zijn twintigste verjaardag, kocht ik een lotje met daarin een fles Ch. Branaire (Duluc-Ducru) 1987. Niveau tot in de nek, deftige capsule, niet te duur... Geen topkasteel, maar toch een zeer consequente cru classé van St-Julien. As rumour goes is het zelfs een outperformer in slechte millésimes (enfin, dat zeggen ze allemaal).
Open, die fles!
De kurk kwam er nog maar eens in duizend stukjes uit. Dat ligt allicht aan mij en mijn kurkentrekker.
Niks decanteren of verluchten, we weten immers uit ondervinding dat zo'n oude krengen op tien minuten al hun smaak- en geurelementen kunnen kwijtspelen.
De kleur was behoorlijk geconcentreerd, zij het redelijk licht, je zou met een oudere bourgogne kunnen verwarren, granaatrood met een beginnende tuillé, maar zeker geen slijtage. Neus van goeie ouwe wijn. Geen storende geuren zoals motorolie of vers gebeerd bietenveld...
Wel boenwas, kreupelhout, herfstblad en een hint van geplette kleine besjes, karamel en kaneel. Zeer versmolten, zachte en rond en niet echt expressief, maar aangenaam.
In de mond leidde dat tot een zelfde gewaarwording, een goed evenwicht, met compleet versmolten tannines, het beetje bitter dat aanwezig is lijkt me een spoor van een, door de aard van het oogstjaar, opgedreven percentage merlot.
Slotsom: onze hoop was niet hoog gespannen en de meevaller was dus des te groter. Een wijn, uit een rotjaar van een kwart eeuw geleden, die we met genoegen gedronken hebben.
Zoals we iedereen die het horen wil op het hart drukken: giet nooit iets weg wat je niet eerst geproefd hebt. En geloof nooit zonder meer de veralgemenende sterretjes en cijfertjes uit de boekskens.