07-03-2012, 10:00 PM
Van donderdag tot zondag in de Médoc vertoefd met twee wijnvrienden, waaronder één forumlid (claret). Hierna volgen onze impressies van twee dagen wijnproeven.
Dag één
Beginnen deden we met Chateau Clauzet, het wijndomein van de Belgische baron Maurice Velge, gelegen in Saint Estephe. De rondleiding gebeurde door de keldermeester, was nogal onoverzichtelijk en matig interessant. In feite is er me van het hele bezoek weinig bijgebleven, behalve de vrij grote voorraad 2007 die nog in hun depot stond te wachten.
Diezelfde 2007 kregen we in het glas, samen met de 2007 van Chateau de Côme. Deze laatste is gemaakt van een naburig perceel, eveneens in handen van Maurice Velge. We begonnen met de Côme 2007, had al een behoorlijk geëvolueerde neus met noties van bosgrond en cassis. In de mond viel deze wijn tegen, eerst dacht ik dat dit te wijten was aan het vroege uur, maar toen we nadien de Clauzet 2007 proefden en nadien nógmaals de Côme, bleek dit toch aan de wijn te liggen. Een agressieve aanzet, weinig materie en een scherpe afdronk. Tegenvaller.
De Clauzet 2007 was een stuk beter, wat gereserveerder in de neus, mooi hout en meer fraicheur, zowel in de neus als in de mond. Zeker geen grootse wijn, maar wel één met meer diepgang en nog een aantal jaren potentieel om zich verder te ontwikkelen.
Nadien volgde Chateau Tour Haut Caussan. Dit is een familiaal domein, gelegen in de Médoc, waarvan de wijngaarden prachtig zijn gelegen rond een windmolen. Op het chateau werden we ontvangen door een vrouwelijk lid van de familie, en na een korte rondleiding proefden we de 2009. Deze kwam rechtstreeks uit de kelder en was bijgevolg te koud (eigen fout, hadden ons bezoek maar op het laatste moment aangekondigd) maar toch verrassend lekker in de mond. Bijgevolg enkele flesjes gekocht aan net geen 12 EUR/fles.
In de namiddag hadden we eerst een afspraak op Chateau Sociando-Mallet. Een vriendelijke jongedame leidde ons rond op het domein, vertelde uitgebreid over de vinificatie en de bijhorende apparatuur en de rondleiding werd besloten in een prachtige degustatieruimte met zicht op de wijngaarden en de Gironde. Daar haalde ze twee halfjes 2008 en 2009 boven, waarna we ons eerder vergaapten op het uitzicht dan op de inhoud van onze glazen. Ik weet dat het bon ton is om als wijnliefhebber van Sociando-Mallet te houden, maar de wijnen wisten me nog nooit te ontgoochelen en deze rondleiding was werkelijk subliem. Het domein ademt tegelijkertijd eenvoud en grootsheid uit. Ook de prijzen die men op het domein hanteert zijn zeer correct (bvb. 34 EUR voor de 2009). Met andere woorden, we waren enorm onder de indruk en hadden we om half vier geen volgende afspraak gehad, ik denk dat we daar nog veel langer op dat terras hadden gezeten.
Maar er was dus een vierde afspraak die dag en niet de minste. Om half 4 werden wij, drie Vlaamse boerenpummels, immers verwacht op Chateau Lafite-Rothschild. Daar kregen we eerst de geschiedenis uitgelegd, waarna een rondleiding volgde die ons langs de cuverie (houten cuves jawel), naar de wijnkelder leidde, waarna we in de indrukwekkende ruimte kwamen waar de vaten liggen te rijpen. In die ruimte stond er een half flesje Lafite 1995 op ons te wachten. Was deze wijn lekker? Ja. Was deze wijn héél lekker? Ja. Is deze wijn 1.000 EUR/fles waard? Neen, natuurlijk niet. Het grote verschil zit hem (volgens mij) in de gelaagdheid van de wijn. Daar waar je bij een Sociando-Mallet al behoorlijk wat nuances kan onderscheiden, was deze Lafite nog verfijnder. In eerste instantie ruik je weinig, krijg je enkel een algemene indruk van klasse en complexiteit. Pas na enkele minuten komt er af en toe een specifieke geur uit het glas opgestoven. Dan weer denk je even cassis te ruiken, waarna deze geur terug verdwijnt en een volgend geurtje naar boven komt. Ons leek dit een wijn die op één avond tientallen gedaantes zou kunnen vertonen, jammer genoeg kregen we slechts 15 minuten met ons glaasje. In de mond kende deze wijn een mooie structuur, zonder scherpe kantjes en een middellange afdronk. Mooi, zonder meer, maar dus geen onvergetelijke ervaring.
Dag twee
We begonnen met Chateau Lanessan. Dit domein ligt in de Haut-Médoc, nabij Saint-Julien, en produceert krachtige wijnen die goed bewaren en schappelijk zijn van prijs. De ligging van de wijngaarden leek ons perfect, wel jammer dat zij er voor kiezen machinaal te oogsten. Na de rondleiding kregen we drie wijnen te drinken. Eerst was er de tweede wijn van het chateau, Calèches de Lanessan 2006. Fruitige aanzet, dewelke echter uitdooft in een mager middendeel en bittere afdronk. Ons tweede glas werd gevuld met Chateau Sainte Gemme 1994, eveneens in handen van Lanessan. Ook over deze tweede wijn kan ik kort zijn, was in de neus nog aanvaardbaar, maar in de mond leek hij me reeds over zijn top. Schraal en uitdrogend op het eind. Als derde en laatste wijn dronken we Chateau Lanessan 2000. Deze wijn was wél top. Héél rijpe neus van rood fruit en zoethout. Deed ons onmiddellijk denken aan de Citran 2000 die we onlangs samen dronken. In de mond mooi verweven, hoewel zeker nog een 5-tal jaar reserve.
Nadien begaven we ons richting Listrac, alwaar we op Chateau Fourcas-Dupré werden ontvangen door de eigenaar zelve, de joviale spraakwaterval Patrice Pagès. Wat volgde was een geanimeerde rondleiding met een wijnmaker die duidelijk gepassioneerd met zijn vak bezig is, veel belang hecht aan de typiciteit van zijn wijnen en zich bijgevolg niet laat beïnvloeden door (tijdelijke?) trends als biodynamie en overextractie. Op het eind kregen we zijn 2006 en 2009 te proeven, de 2009 minder fruitig als alle andere 2009’s die ik al gedronken heb. Moet het hebben van zijn klassieke stijl, zijn stevige structuur en zijn vlezigheid. Op mij kwam deze wijn over als een rasechte bewaarwijn en dit werd nadien geïllustreerd door zijn 2006. Leek een brok graniet in het glas met tannines die tandvlees en tong verdoven. Minimaal nog 5 jaar wachten, maar zou nadien wel eens een mooi glas kunnen opleveren.
In de namiddag hadden we nog twee bezoeken gepland, dewelke beide tegenvielen. Het eerste bezoek aan Chateau Maucaillou (Moulis) was de grootste tegenvaller op onze tweedaagse. Vreselijk ongeïnspireerde rondleiding en de 2007 die we in het glas kregen was al niet veel beter. Op de koop toe rook de degustatieruimte alsof men er al jaren nertsen kweekte, schandalig in feite, ma soit. Nadien hadden we onze laatste afspraak op Chateau Prieuré-Lichine, cru classé uit Margaux. De hostess die de rondleiding gaf, leek ons heel bekwaam, maar de zoveelste uitleg over alcoholische en malolactische gisting was er net iets te veel aan en het was dan ook moeilijk om aandachtig te blijven. De 2007 van Prieuré-Lichine toonde alle typische kenmerken van deze jaargang. Reeds vlot drinkbaar, niet zoveel materie en fruit, maar dit tekort wordt opgesmukt door mooie houtgeuren.
Eén van de grootste verrassingen kwam er echter in de Cave des Quatre Vents van Dhr. Thienpont. Dit is zijn wijnwinkel in Margaux, alwaar we even stopten en enorm onder de indruk waren van de Clos des Quatre Vents 2009. Ik weet dat er hier op het forum ergens getwijfeld werd aan de kwaliteit van de 2008 (en niet door de minste) maar de 2009 stond qua verfijning dicht bij de Lafite die we de dag ervoor dronken. Een klein tikkeltje meer aciditeit was echter wenselijk geweest om te kunnen spreken over de wijn van het weekend. De 2010 zou iets meer zuren bevatten en lijkt me zeker iets om naar uit te kijken (en eventueel aan te schaffen).
Dag één
Beginnen deden we met Chateau Clauzet, het wijndomein van de Belgische baron Maurice Velge, gelegen in Saint Estephe. De rondleiding gebeurde door de keldermeester, was nogal onoverzichtelijk en matig interessant. In feite is er me van het hele bezoek weinig bijgebleven, behalve de vrij grote voorraad 2007 die nog in hun depot stond te wachten.
Diezelfde 2007 kregen we in het glas, samen met de 2007 van Chateau de Côme. Deze laatste is gemaakt van een naburig perceel, eveneens in handen van Maurice Velge. We begonnen met de Côme 2007, had al een behoorlijk geëvolueerde neus met noties van bosgrond en cassis. In de mond viel deze wijn tegen, eerst dacht ik dat dit te wijten was aan het vroege uur, maar toen we nadien de Clauzet 2007 proefden en nadien nógmaals de Côme, bleek dit toch aan de wijn te liggen. Een agressieve aanzet, weinig materie en een scherpe afdronk. Tegenvaller.
De Clauzet 2007 was een stuk beter, wat gereserveerder in de neus, mooi hout en meer fraicheur, zowel in de neus als in de mond. Zeker geen grootse wijn, maar wel één met meer diepgang en nog een aantal jaren potentieel om zich verder te ontwikkelen.
Nadien volgde Chateau Tour Haut Caussan. Dit is een familiaal domein, gelegen in de Médoc, waarvan de wijngaarden prachtig zijn gelegen rond een windmolen. Op het chateau werden we ontvangen door een vrouwelijk lid van de familie, en na een korte rondleiding proefden we de 2009. Deze kwam rechtstreeks uit de kelder en was bijgevolg te koud (eigen fout, hadden ons bezoek maar op het laatste moment aangekondigd) maar toch verrassend lekker in de mond. Bijgevolg enkele flesjes gekocht aan net geen 12 EUR/fles.
In de namiddag hadden we eerst een afspraak op Chateau Sociando-Mallet. Een vriendelijke jongedame leidde ons rond op het domein, vertelde uitgebreid over de vinificatie en de bijhorende apparatuur en de rondleiding werd besloten in een prachtige degustatieruimte met zicht op de wijngaarden en de Gironde. Daar haalde ze twee halfjes 2008 en 2009 boven, waarna we ons eerder vergaapten op het uitzicht dan op de inhoud van onze glazen. Ik weet dat het bon ton is om als wijnliefhebber van Sociando-Mallet te houden, maar de wijnen wisten me nog nooit te ontgoochelen en deze rondleiding was werkelijk subliem. Het domein ademt tegelijkertijd eenvoud en grootsheid uit. Ook de prijzen die men op het domein hanteert zijn zeer correct (bvb. 34 EUR voor de 2009). Met andere woorden, we waren enorm onder de indruk en hadden we om half vier geen volgende afspraak gehad, ik denk dat we daar nog veel langer op dat terras hadden gezeten.
Maar er was dus een vierde afspraak die dag en niet de minste. Om half 4 werden wij, drie Vlaamse boerenpummels, immers verwacht op Chateau Lafite-Rothschild. Daar kregen we eerst de geschiedenis uitgelegd, waarna een rondleiding volgde die ons langs de cuverie (houten cuves jawel), naar de wijnkelder leidde, waarna we in de indrukwekkende ruimte kwamen waar de vaten liggen te rijpen. In die ruimte stond er een half flesje Lafite 1995 op ons te wachten. Was deze wijn lekker? Ja. Was deze wijn héél lekker? Ja. Is deze wijn 1.000 EUR/fles waard? Neen, natuurlijk niet. Het grote verschil zit hem (volgens mij) in de gelaagdheid van de wijn. Daar waar je bij een Sociando-Mallet al behoorlijk wat nuances kan onderscheiden, was deze Lafite nog verfijnder. In eerste instantie ruik je weinig, krijg je enkel een algemene indruk van klasse en complexiteit. Pas na enkele minuten komt er af en toe een specifieke geur uit het glas opgestoven. Dan weer denk je even cassis te ruiken, waarna deze geur terug verdwijnt en een volgend geurtje naar boven komt. Ons leek dit een wijn die op één avond tientallen gedaantes zou kunnen vertonen, jammer genoeg kregen we slechts 15 minuten met ons glaasje. In de mond kende deze wijn een mooie structuur, zonder scherpe kantjes en een middellange afdronk. Mooi, zonder meer, maar dus geen onvergetelijke ervaring.
Dag twee
We begonnen met Chateau Lanessan. Dit domein ligt in de Haut-Médoc, nabij Saint-Julien, en produceert krachtige wijnen die goed bewaren en schappelijk zijn van prijs. De ligging van de wijngaarden leek ons perfect, wel jammer dat zij er voor kiezen machinaal te oogsten. Na de rondleiding kregen we drie wijnen te drinken. Eerst was er de tweede wijn van het chateau, Calèches de Lanessan 2006. Fruitige aanzet, dewelke echter uitdooft in een mager middendeel en bittere afdronk. Ons tweede glas werd gevuld met Chateau Sainte Gemme 1994, eveneens in handen van Lanessan. Ook over deze tweede wijn kan ik kort zijn, was in de neus nog aanvaardbaar, maar in de mond leek hij me reeds over zijn top. Schraal en uitdrogend op het eind. Als derde en laatste wijn dronken we Chateau Lanessan 2000. Deze wijn was wél top. Héél rijpe neus van rood fruit en zoethout. Deed ons onmiddellijk denken aan de Citran 2000 die we onlangs samen dronken. In de mond mooi verweven, hoewel zeker nog een 5-tal jaar reserve.
Nadien begaven we ons richting Listrac, alwaar we op Chateau Fourcas-Dupré werden ontvangen door de eigenaar zelve, de joviale spraakwaterval Patrice Pagès. Wat volgde was een geanimeerde rondleiding met een wijnmaker die duidelijk gepassioneerd met zijn vak bezig is, veel belang hecht aan de typiciteit van zijn wijnen en zich bijgevolg niet laat beïnvloeden door (tijdelijke?) trends als biodynamie en overextractie. Op het eind kregen we zijn 2006 en 2009 te proeven, de 2009 minder fruitig als alle andere 2009’s die ik al gedronken heb. Moet het hebben van zijn klassieke stijl, zijn stevige structuur en zijn vlezigheid. Op mij kwam deze wijn over als een rasechte bewaarwijn en dit werd nadien geïllustreerd door zijn 2006. Leek een brok graniet in het glas met tannines die tandvlees en tong verdoven. Minimaal nog 5 jaar wachten, maar zou nadien wel eens een mooi glas kunnen opleveren.
In de namiddag hadden we nog twee bezoeken gepland, dewelke beide tegenvielen. Het eerste bezoek aan Chateau Maucaillou (Moulis) was de grootste tegenvaller op onze tweedaagse. Vreselijk ongeïnspireerde rondleiding en de 2007 die we in het glas kregen was al niet veel beter. Op de koop toe rook de degustatieruimte alsof men er al jaren nertsen kweekte, schandalig in feite, ma soit. Nadien hadden we onze laatste afspraak op Chateau Prieuré-Lichine, cru classé uit Margaux. De hostess die de rondleiding gaf, leek ons heel bekwaam, maar de zoveelste uitleg over alcoholische en malolactische gisting was er net iets te veel aan en het was dan ook moeilijk om aandachtig te blijven. De 2007 van Prieuré-Lichine toonde alle typische kenmerken van deze jaargang. Reeds vlot drinkbaar, niet zoveel materie en fruit, maar dit tekort wordt opgesmukt door mooie houtgeuren.
Eén van de grootste verrassingen kwam er echter in de Cave des Quatre Vents van Dhr. Thienpont. Dit is zijn wijnwinkel in Margaux, alwaar we even stopten en enorm onder de indruk waren van de Clos des Quatre Vents 2009. Ik weet dat er hier op het forum ergens getwijfeld werd aan de kwaliteit van de 2008 (en niet door de minste) maar de 2009 stond qua verfijning dicht bij de Lafite die we de dag ervoor dronken. Een klein tikkeltje meer aciditeit was echter wenselijk geweest om te kunnen spreken over de wijn van het weekend. De 2010 zou iets meer zuren bevatten en lijkt me zeker iets om naar uit te kijken (en eventueel aan te schaffen).