09-07-2012, 12:59 PM
De wijnstreek van de noordelijke Rhone begint net voorbij Lyon (Vienne) en strekt zich uit tot Valence. Als we even de Diois vergeten (Cremant de Die) zijn Cornas en St Peray de twee Zuidelijkst gelegen appelaties.
We begonnen echter logischerwijze onze ontdekkingstocht in het meest noordelijke deel van de streek. Wie de baan langs de Rhone volgt vanuit Vienne komt eerst in Ampuis terecht (thuisbasis van de Cote Rotie), passeert vervolgens Condrieu (viognierland) en belandt even verder in Chavanay. In dit dorpje schuilt één van de meest gerenommeerde wijnbouwers uit de streek. Zo eentje waarvoor je een introductie nodig hebt om ontvangen te worden. Met dank aan Thierry.
André Perret bezit een twaalftal hectare wijngaarden (waarvan 5 in Condrieu) en maakt, naast de obligate Vin de Pays des Collines Rhodaniennes en witte en rode St Joseph, drie verschillende cuvées Condrieu. Sommige heuvels met viognierwijnstokken hebben een hellingsgraad van 50%. Het spreekt dus voor zich dat het oogsten manueel dient te gebeuren. Men heeft een ploeg van twintig plukkers die tussen 15 september en 1 oktober de oogst binnenhaalt.
Perret laat zijn witte druiven een achttal dagen vergisten op inoxcuves, tot ze een alcoholpercentage vertonen van om en bij de 7 %. Vervolgens steekt hij de wijn over op barriques om verder uit te gisten. Reden hiervoor is dat de wijnbouwer bij inoxcuves de temperatuur kan beheersen. Mocht hij dit niet doen zou de temperatuur oplopen tot meer dan 25 C°, met het risico dat de gisting stopt en er restsuiker in de wijn zou blijven. Vanaf een goede week verloopt de gisting minder onstuimig met temperaturen tot maximum 18C° zodat ze op barriques kan verder gaan.
Batonnage (het omroeren van de ‘lies’) wordt door Perret niet toegepast omdat de wijn te veel aan fraicheur zou verliezen.
De Condrieuwijnen rusten allen minstens een jaar op eikenhouten vaten. Het bijvullen van de vaten (ouillage) is nodig om “la part des anges” weer aan te vullen. Perret heeft per 17 barriques één barrique nodig om bij te vullen. Een ‘verlies’ van 6% van zijn opbrengst.
Jaargang 2012 kondigt zich niet zo positief aan, met heel wat regen, waardoor hoger gelegen percelen nogal wat ziektes op de druiven vertonen. De rendementen zullen sowieso laag zijn, wat voor de wijn op zich niet negatief is. Perret hoopt op een jaar zoals 2007, waar na 20 agustus een “été indien” zorgde voor een topjaar.
2011 is volgens Perret zowel in wit als rood een soepel jaar, met ronde tannines en lichte maar fijne wijnen. Een jaar om te drinken in afwachting van het meer gestructureerde 2010.
Filmpje van ons bezoek: zie hier
Tasting notes volgen morgen
We begonnen echter logischerwijze onze ontdekkingstocht in het meest noordelijke deel van de streek. Wie de baan langs de Rhone volgt vanuit Vienne komt eerst in Ampuis terecht (thuisbasis van de Cote Rotie), passeert vervolgens Condrieu (viognierland) en belandt even verder in Chavanay. In dit dorpje schuilt één van de meest gerenommeerde wijnbouwers uit de streek. Zo eentje waarvoor je een introductie nodig hebt om ontvangen te worden. Met dank aan Thierry.
André Perret bezit een twaalftal hectare wijngaarden (waarvan 5 in Condrieu) en maakt, naast de obligate Vin de Pays des Collines Rhodaniennes en witte en rode St Joseph, drie verschillende cuvées Condrieu. Sommige heuvels met viognierwijnstokken hebben een hellingsgraad van 50%. Het spreekt dus voor zich dat het oogsten manueel dient te gebeuren. Men heeft een ploeg van twintig plukkers die tussen 15 september en 1 oktober de oogst binnenhaalt.
Perret laat zijn witte druiven een achttal dagen vergisten op inoxcuves, tot ze een alcoholpercentage vertonen van om en bij de 7 %. Vervolgens steekt hij de wijn over op barriques om verder uit te gisten. Reden hiervoor is dat de wijnbouwer bij inoxcuves de temperatuur kan beheersen. Mocht hij dit niet doen zou de temperatuur oplopen tot meer dan 25 C°, met het risico dat de gisting stopt en er restsuiker in de wijn zou blijven. Vanaf een goede week verloopt de gisting minder onstuimig met temperaturen tot maximum 18C° zodat ze op barriques kan verder gaan.
Batonnage (het omroeren van de ‘lies’) wordt door Perret niet toegepast omdat de wijn te veel aan fraicheur zou verliezen.
De Condrieuwijnen rusten allen minstens een jaar op eikenhouten vaten. Het bijvullen van de vaten (ouillage) is nodig om “la part des anges” weer aan te vullen. Perret heeft per 17 barriques één barrique nodig om bij te vullen. Een ‘verlies’ van 6% van zijn opbrengst.
Jaargang 2012 kondigt zich niet zo positief aan, met heel wat regen, waardoor hoger gelegen percelen nogal wat ziektes op de druiven vertonen. De rendementen zullen sowieso laag zijn, wat voor de wijn op zich niet negatief is. Perret hoopt op een jaar zoals 2007, waar na 20 agustus een “été indien” zorgde voor een topjaar.
2011 is volgens Perret zowel in wit als rood een soepel jaar, met ronde tannines en lichte maar fijne wijnen. Een jaar om te drinken in afwachting van het meer gestructureerde 2010.
Filmpje van ons bezoek: zie hier
Tasting notes volgen morgen