Gisteren naar Wortegem-Petegem afgezakt om er de degustatie van Thienpont mee te pikken. Ik liep vooraf niet zo warm van het evenement, maar Clos de Tart was aanwezig. Die trok me wel over de streep. Het werd een proeverij met absolute hoogtepunten maar ook een paar teleurstellingen.
In wit
De Blanc de Pellebouc 2015 was een (P/q) hoogvlieger bij mijn medeproevers en werd gretig besteld. Ik was er persoonlijk iets minder wild van: een smaakbom, dat wel maar misschien te monotoon en te warm (door het jaar) waardoor ik vrees dat je na 1 glas genoeg hebt.
Domaine de Chersisey: 2 premies crus uit Meursault & Puligny van 't jaar 2013. De Puligny op mineraliteit, de Meursault kenmerkend door die typische botertoets. Goed maar ik werd nu ook niet echt omver geblazen.
De Charmes Godard 2015 had niet de finesse van de wijn die ik toch al meermaals gedronken heb (andere jaargangen). 2015 in wit wordt echt moeilijk.
Positief verrast waren we door Domaine Marigny-neuf, Sauvignon blanc val de Loire 2015. Een overachiever voor een goeie 8 eur. Ideaal voor op een zomers terras.
In rood
Clos de Tart: één van de 5 monopole Grand crus uit de Bourgogne: we startten met de La Forge de Tart, een premier cru op Grand cru grond, maar met jonge stokken. Beetje scherp, diep, lang, zeer expressief rood fruit. OVer de Clos de Tart zelf waren mijn medeproevers positief maar niet lyrisch, en ik begrijp waarom: deze wijn heeft enorm veel materie, zuren, tannines maar zit in deze fase nog geknoopt. Opnieuw zeer veel fruit, meer finesse dan de La Forge maar het moet er allemaal nog uitkomen. De wijnmaken sprak van deze wijn nog minstens 15 jaar te laten liggen. En ik kan m begrijpen: in tegenstelling tot een Bordeaux kan een top Bourgogne in z'n jeugd nog een stukje moeilijker zijn (alhoewel dat een Bdx dan natuurlijk ook kan hebben). Laat 't mij zo stellen: een Bourgogne met het grootste potentieel ooit gedronken maar niet mij beste ooit gedronken
Chateau de la Nerthe was voor mij een verrassing: Zuidelijke Rhone is vaak mijn ding niet maar de C9 2013 was toch wel erg fijn. Die warmte was aanwezig maar overschaduwde de finesse niet. OVertuigd om toch een paar jaar in m'n kelder te laten liggen!
En dan een heleboel Bordeaux:
- Puygerraud en La Prade speelden in dezelfde league (2012): mooie wijn, overachievers
- Berliquet 2014 was mooi maar miste voor mij wat op 't middenpallet.
- Larcis Ducasse 2014: ja wadde dadde. Een niveau hoger dan de Berliquet. Zeer fijn!
- Pavie Maquin 2014: had meer body en hout dan de Larcis. Zal misschien langer ouderen maar geef mij toch maar de Larcis.
- La Chenade - Lalande de Pomerol 2014: schoon, op niveau van de La Prade en Puygerraud
- Een trapje hoger stond La Petite Eglise 2014:
- Twee trapjes hoger en wijn van de avond was L'Eglise Clinet 2014: dzeezes wat een wijn! Was een niveau beter dan Vieux CC 2011. Beiden in dezelfde prijsklasse
- La Tour FIgeac 2012 rook niet alleen naar plakaatverf, het smaakte er ook naar. De 2014 was ietsje beter maar geen GCC waardig
- L'if 2013: derde keer dat ik deze wijn drink en veruit de slechtste: ik kreeg letterlijk het grondje van een fles die al veel te lang open stond en dus te warm was. Gelukkig konden de vorige 2 keer me overtuigen om in te slaan. Aan 60 EUR mss nog net te doen
- Vieux Chateau Certan 2011: Veel structuur, body en dus toekomst maar misschien niet die finesse die ik in de L'Eglise Clinet terugvond.
- Chateau Goubau: De nieuwste aanwinst van de familie Thienpont, gelegen in Castillon. La Source is hun instapwijn en ok maar niet meer dan dat. Hun Castillon 2014 had een stuk meer body. Dat wordt wel wat maar modern gemaakt naar mijn mening (hout).
Verder nog een Moulin à Vent 2014 'Les Brussellions' van Boillot gedronken. Geen typische Bojo want gevinifieerd zonder maceration carbonique en op houten vaten, op dezelfde wijze als Barthod (uit Chambolle) het doet. Wat de link tussen Boillot en Barthod precies was heb ik niet echt begrepen maar ik wil deze wijn toch wat laten liggen en later op een degustatie tussen Bourgognes zetten. Een zien wat dat zal geven.