30-10-2019, 11:13 AM
Met een paar enthousiaste wijnzotten reden we naar de Franche Comté, waar we van plan waren te genieten van de wijnen en het schitterende landschap. Jammer genoeg waren maandag en dinsdag de dagen met de meest hardnekkige mist sedert de eerste waarnemingen van hardnekkige mist in Frankrijk.
We richtten onze pijlen en smaakpapillen dan maar richting wijnbouwers.
Ons eerste bezoek was bij Phillippe Butin te Lavigny. Het was Philippe zelf die ons ontving. Hij bezit een goede 5 ha wijngaarden waarvan 4 beplant zijn met witte druiven.
De rode Jura wijnen vinden hun mooiste expressie in de regio van Arbois, hier, dichtbij Chateau Chalon, ligt de focus vooral op wit. We proefden enkele witte en een paar rode, de wijnen konden me niet echt overtuigen. De Chardonnay 15 uit cuve was dunnetjes. De trousseau 2015 was nochtans knap maar voor die prijs (16 euro) was ik overtuigd later tijdens onze trip meer mijn ding te vinden (wat ook bewaarheid werd)
Het bezoek verliep stug, enkel op het einde ontdooide Butin een beetje. Maar voor mij was het te laat, ons eerste bezoek werd meteen ook het minste.
Ik kocht wel 2 flessen Vin Jaune aan 24 euro, een mooie prijs. De 2009 was wat voller, 2011 meer op finesse.
We hadden een half uur op overschot en passeerden even bij Geneletti, waar de chardonnay aan 10 euro totaal banaal was maar de Etoile 2015 (een geaborteerde Vin Jaune [© Vince]) aan 16 euro heel mooie kwaliteit bood.
Vervolgens richting Philippe Vandelle, een zeer sympathieke wijnbouwer te Etoile. Hij gaf ons wat we wensten, een uitgebreide degustatie en heel wat uitleg over de geheimen van de savagnin en de voile van de vin jaune.
De Cremant (chardonnay, 18 maand sur lattes en 7,40 euro ) was al meteen een schot in de roos, de geouilleerde chardonnay een stuk beter (en goedkoper) dan bij Butin. Ook de Tradition (100% chardonnay 18 maand sous voile) en de VV (80% chardonnay en 20% savagnin, samen gefermenteerd en twee jaar sous voile) waren uitmuntend (allen heel fris en gebalanceerd).
We leerden hier dat bij wijnen sous voile (dus waar er een laag gistcellen wordt gevormd die de wijn bedekt) er per jaar ongeveer 5% van de wijn verdampt. Veelal proberen de wijnbouwers een bepaalde cuvee uit sous voile, maar wanneer gistlaag bvb te dun wordt na een aantal jaar zal men de wijn bottelen als savagnin.
Een chardonnay zal maximaal 2 jaar oxidatieve oudering krijgen, langer kan de druif deze lagering niet aan.
Terug naar de degustatie.
In rood was de poulsard, eigen aan de druif, licht van kleur en materie. Wel heel fijn. De perfecte rode (enfin, oranje-bruin eerder) wijn, licht gekoeld, voor bij de aperitief op het zomerterras.
De trousseau heeft meer karakter en materie, in de neus bijna pinot-achtig, meer structuur in de mond. Ik word hier in de streek meer en meer fan van deze druif.
De pinot noir viel eerder tegen, te weinig charme en evenwicht.
De Vin Jaune 2011 was heel mooi, de vin de paille gewoonweg schitterend.
En dan een openbaring: ik kende wel de Macvin de Jura, maar had dit nog niet echt bewust gedronken. Deze mistelle wordt gemaakt door marc de Jura toe te voegen aan de verse druivenmost (verhouding 2/3- 1/3). Ik had een grappa gevoel, maar dan uiteraard licht zoet in de mond (meer geenszins te zoetíg.) Héerlijk!
We reden nog met Phillippe naar de locatie waar zijn installatie staat en kregen daar nog een woordje uitleg bij het maken van de vin de paille. Die bij proeven trouwens ook een ware lekkernij kon genoemd worden.
Vandelle bleek een zeer mooi adres waar je aan democratische prijzen alle typische Jurawijnen kan proeven en aankopen.
Na een snelle maar lekkere hap in Maison des Vins te Etoile begaven we ons naar Damien Courbet aan de voet van Chateau Chalon te Nevy sur Seille. Onderweg viel het ons op dat zowat elke wijnbouwer in het dorpje de naam Tissot draagt. Creepy.
Damien, oenoloog van opleiding, ontving ons zeer hartelijk en leidde ons meteen naar de cuves, waar we wat uitleg kregen over de lagering van les vins floraux (geen oxidatie) en les vins typés (opvoeding sous voile). Zeer interessant werd het toen we even mochten gluren in een vat Vin Jaune, waar de florlaag zich al had genesteld. Geheel anders dan we ons hadden voorgesteld (zie foto).
Tijdens de degustatie uit fles vertelde Damien dat men sedert 2016 bio gecertifieerd is en ondertussen grotendeels biodynamisch werkt.
De poulsard toonde zich heel mooi met de typische lichtheid van deze wijn maar toch ook een mooie lengte en zekere complexiteit. De trousseau was zeer zuiver en ondanks de 14 graden alcohol zeer elegant.
Zoals steeds volgden de witte ná de rode. De Chardonnay de la Vallee zat op fris wit fruit en wat mineraliteit, de cuvee Les Rondos deed me denken aan een mooie (maar zeer rijpe) Pouilly Fuissé.
De Savagnin 2018 met de naam L origine (met een vette knipoog naar het befaamde schilderij van Courbet) zat op zijn fruit en toonde mooi de kenmerken van de niet geoxideerde savagnin (volgens ons eerder floraal, wat mineraal en wit steenfruit, eigenlijk een kruising van alligoté met marsanne, chardonnay, furmint en de minder bekende Brigitta Bardotdruif)
De Tradition is bij de meeste wijnbouwers een blend, hier een assemblage 25 % savagnin en chardonnay. Voor mij rook deze cuvee iets te opvallend naar vlierbloesem.
En dan volgt bij de meeste degustaties in de Jura meestal de Cotes de Jura, een savagnin die veelal een (na een 3tal jaar) afgebroken Vin Jaune is.
We eindigden met the real thing, een knappe Chateau Chalon 2012.
Een adres om te onthouden, zeker een aanrader om te bezoeken.
We bezochten nog 5 andere domeinen, waarover later nog wat kort verslag.
We richtten onze pijlen en smaakpapillen dan maar richting wijnbouwers.
Ons eerste bezoek was bij Phillippe Butin te Lavigny. Het was Philippe zelf die ons ontving. Hij bezit een goede 5 ha wijngaarden waarvan 4 beplant zijn met witte druiven.
De rode Jura wijnen vinden hun mooiste expressie in de regio van Arbois, hier, dichtbij Chateau Chalon, ligt de focus vooral op wit. We proefden enkele witte en een paar rode, de wijnen konden me niet echt overtuigen. De Chardonnay 15 uit cuve was dunnetjes. De trousseau 2015 was nochtans knap maar voor die prijs (16 euro) was ik overtuigd later tijdens onze trip meer mijn ding te vinden (wat ook bewaarheid werd)
Het bezoek verliep stug, enkel op het einde ontdooide Butin een beetje. Maar voor mij was het te laat, ons eerste bezoek werd meteen ook het minste.
Ik kocht wel 2 flessen Vin Jaune aan 24 euro, een mooie prijs. De 2009 was wat voller, 2011 meer op finesse.
We hadden een half uur op overschot en passeerden even bij Geneletti, waar de chardonnay aan 10 euro totaal banaal was maar de Etoile 2015 (een geaborteerde Vin Jaune [© Vince]) aan 16 euro heel mooie kwaliteit bood.
Vervolgens richting Philippe Vandelle, een zeer sympathieke wijnbouwer te Etoile. Hij gaf ons wat we wensten, een uitgebreide degustatie en heel wat uitleg over de geheimen van de savagnin en de voile van de vin jaune.
De Cremant (chardonnay, 18 maand sur lattes en 7,40 euro ) was al meteen een schot in de roos, de geouilleerde chardonnay een stuk beter (en goedkoper) dan bij Butin. Ook de Tradition (100% chardonnay 18 maand sous voile) en de VV (80% chardonnay en 20% savagnin, samen gefermenteerd en twee jaar sous voile) waren uitmuntend (allen heel fris en gebalanceerd).
We leerden hier dat bij wijnen sous voile (dus waar er een laag gistcellen wordt gevormd die de wijn bedekt) er per jaar ongeveer 5% van de wijn verdampt. Veelal proberen de wijnbouwers een bepaalde cuvee uit sous voile, maar wanneer gistlaag bvb te dun wordt na een aantal jaar zal men de wijn bottelen als savagnin.
Een chardonnay zal maximaal 2 jaar oxidatieve oudering krijgen, langer kan de druif deze lagering niet aan.
Terug naar de degustatie.
In rood was de poulsard, eigen aan de druif, licht van kleur en materie. Wel heel fijn. De perfecte rode (enfin, oranje-bruin eerder) wijn, licht gekoeld, voor bij de aperitief op het zomerterras.
De trousseau heeft meer karakter en materie, in de neus bijna pinot-achtig, meer structuur in de mond. Ik word hier in de streek meer en meer fan van deze druif.
De pinot noir viel eerder tegen, te weinig charme en evenwicht.
De Vin Jaune 2011 was heel mooi, de vin de paille gewoonweg schitterend.
En dan een openbaring: ik kende wel de Macvin de Jura, maar had dit nog niet echt bewust gedronken. Deze mistelle wordt gemaakt door marc de Jura toe te voegen aan de verse druivenmost (verhouding 2/3- 1/3). Ik had een grappa gevoel, maar dan uiteraard licht zoet in de mond (meer geenszins te zoetíg.) Héerlijk!
We reden nog met Phillippe naar de locatie waar zijn installatie staat en kregen daar nog een woordje uitleg bij het maken van de vin de paille. Die bij proeven trouwens ook een ware lekkernij kon genoemd worden.
Vandelle bleek een zeer mooi adres waar je aan democratische prijzen alle typische Jurawijnen kan proeven en aankopen.
Na een snelle maar lekkere hap in Maison des Vins te Etoile begaven we ons naar Damien Courbet aan de voet van Chateau Chalon te Nevy sur Seille. Onderweg viel het ons op dat zowat elke wijnbouwer in het dorpje de naam Tissot draagt. Creepy.
Damien, oenoloog van opleiding, ontving ons zeer hartelijk en leidde ons meteen naar de cuves, waar we wat uitleg kregen over de lagering van les vins floraux (geen oxidatie) en les vins typés (opvoeding sous voile). Zeer interessant werd het toen we even mochten gluren in een vat Vin Jaune, waar de florlaag zich al had genesteld. Geheel anders dan we ons hadden voorgesteld (zie foto).
Tijdens de degustatie uit fles vertelde Damien dat men sedert 2016 bio gecertifieerd is en ondertussen grotendeels biodynamisch werkt.
De poulsard toonde zich heel mooi met de typische lichtheid van deze wijn maar toch ook een mooie lengte en zekere complexiteit. De trousseau was zeer zuiver en ondanks de 14 graden alcohol zeer elegant.
Zoals steeds volgden de witte ná de rode. De Chardonnay de la Vallee zat op fris wit fruit en wat mineraliteit, de cuvee Les Rondos deed me denken aan een mooie (maar zeer rijpe) Pouilly Fuissé.
De Savagnin 2018 met de naam L origine (met een vette knipoog naar het befaamde schilderij van Courbet) zat op zijn fruit en toonde mooi de kenmerken van de niet geoxideerde savagnin (volgens ons eerder floraal, wat mineraal en wit steenfruit, eigenlijk een kruising van alligoté met marsanne, chardonnay, furmint en de minder bekende Brigitta Bardotdruif)
De Tradition is bij de meeste wijnbouwers een blend, hier een assemblage 25 % savagnin en chardonnay. Voor mij rook deze cuvee iets te opvallend naar vlierbloesem.
En dan volgt bij de meeste degustaties in de Jura meestal de Cotes de Jura, een savagnin die veelal een (na een 3tal jaar) afgebroken Vin Jaune is.
We eindigden met the real thing, een knappe Chateau Chalon 2012.
Een adres om te onthouden, zeker een aanrader om te bezoeken.
We bezochten nog 5 andere domeinen, waarover later nog wat kort verslag.