12-11-2019, 11:53 AM
Leuk testje bij een artikel uit NRC Handelsblad.
Voor wie wil deelnemen aan de wijntaalquiz: in het weekend plaats ik de antwoorden. Succes!
Wat bedoelt een wijnexpert toch?
De computer zegt: wijnjargon is geen flauwekul. Kunnen experts wijnen inderdaad aan elkaars beschrijvingen herkennen? Test!
Wijn die het glas uit stuift. Wijn die aardbeien in de neus heeft, of tabak. Wijn die agressief is, of juist héél elegant. Wijn die knispert! Wijnjargon lijkt op het eerste gezicht geschikter om satire mee te bedrijven dan om wijn mee te beschrijven. Monty Python heeft een fantastische sketch over Australische tafelwijnen, waaronder een wijn die „aan twee kanten de sluizen openzet”, een die „een aanhoudend brandend gevoel” veroorzaakt en een legendarische sprankelende wijn die je het best kunt „neerleggen en vermijden”.
Maar wie denkt dat wijntaal louter opgeblazen onzin is, heeft het toch mis. Samen met collega’s heeft psycholoog Ilja Croijmans (Universiteit Utrecht) een computerprogramma geleerd om op basis van wijnbeschrijvingen de kleur en de druivensoort te leren herkennen. Dat dat goed lukte, betekent dat wijnschrijvers behoorlijk consistent zijn in de manier waarop ze de kenmerken van wijnen noteren – en dat wijnjargon dus een taal is waarin experts onderling echt informatie kunnen overbrengen. Het wetenschappelijke onderzoek is vorige maand gepubliceerd in Natural Language Engineering.
De onderzoekers gebruikten 73.329 Engelstalige beschrijvingen (van ééndruifswijnen, geen blends) door dertien wijnschrijvers, geplukt van de site winemag.com. Ze trainden hun computerprogramma steeds met de beschrijvingen van twaalf schrijvers en vroegen dan bij die van de dertiende schrijver steeds welke kleur wijn het was, welke druif en of de wijn in de oude wereld (Europa) of de nieuwe wereld (de rest) was gemaakt. Die laatste vraag bleek te moeilijk, daar presteerde het programma niet boven kansniveau. Maar bij kleur had het programma het bij 95 procent van de wijnen goed en bij druif bij 57 procent van de wijnen (terwijl er maar liefst 31 verschillende druiven in de steekproef zaten). Croijmans vermoedt, zegt hij desgevraagd, dat Nederlands wijnjargon vergelijkbare resultaten zou hebben opgeleverd.
Hoe moeilijk zijn zulke vragen eigenlijk? Voor een mens? Om daar een beetje gevoel voor te krijgen besloten we om zonder enige wetenschappelijke pretentie zeven wijnbeschrijvingen door NRC-wijnjournalist Harold Hamersma voor te leggen aan twee wijnkenners en -liefhebbers. Namelijk aan de Nijmeegse hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis, die in 2012 het boek De merkwaardige psychologie van een wijndrinker publiceerde (en vorige maand het reisboek Wegwee). En aan schrijver Ronald Giphart, van wie vorige maand zijn tiende roman Alle tijd verscheen, en die samen met Hamersma twee wijnreisprogramma’s heeft gemaakt voor tv-zender 24Kitchen.
Leuk idee, zo’n test, vindt Croijmans, al was hij aanvankelijk bezorgd omdat Hamersma volgens hem nogal eigenzinnige metaforen gebruikt. „Hij omschreef eens een wijn als ‘carpaccio van wc-eend’”, zegt Croijmans. Hamersma waarschuwt zelf trouwens ook meteen voor zijn eigen aparte taalgebruik: „Ik ben geen doorsnee-wijnschrijver.” We wagen het erop. Ook Croijmans doet de test, al is hij persoonlijk meer een whisky- en speciaalbierkenner (zijn onderzoek naar taal, geur en smaak richt zich op wijn omdat daar zó veel meer over wordt geschreven en gesproken).
WIJNTAALQUIZ HAALT U DE WIJN UIT DE BESCHRIJVINGEN?
Hieronder staan zeven beschrijvingen van ééndruifswijnen (monocépages), geschreven door Harold Hamersma. Beantwoord bij elke wijn drie vragen:
1. Is het rood, wit of rosé?
2. Van welke druif is de wijn gemaakt?
3. Komt deze wijn uit de oude of de nieuwe wereld?
Wijn 1:
"Ultraverse inzet van pruimigheid, bramen, laurier, een handje groene kruiderij en fiks wat jeugdtannines.”
Wijn 2:
"Heeft een ambitie die verder reikt dan slechts een oppervlakkig dorstlessertje te zijn. Rondom gevuld met zuidfruit. Abrikozen doen hun ronde, perzik deelt uit, rijpe appel komt op appel. Een roomboterbabbelaar fluistert zachtjes naar de kwieke zuren die zich richting afdronk haasten.”
Wijn 3:
"Zoet kan zoet zijn zonder zoet te zijn. Boezemig en bloezemig. Jasmijn en rozemarijn. Rijpe abrikozen, het krokante van baklava, rozijnen op sap, gekoelde honing, gemberbolus, delicate, helder en opwekkend. Wie ’m wat wil temporiseren, koelt ’m wat terug. Wie linea recta de bloementuin wil inwandelen, haalt ’m wat eerder uit de koelkast.”
Wijn 4:
"Bessig, bramen, kruidnagelen, laurier, een vriendschapszoetje en aanhankelijkheidstannines.”
Wijn 5:
"Zonnig-rijpe zwarte kersen, bessenzoet, bosbewegingen, kruidensnufje, wierookwuftje en talmzuren.”
Wijn 6:
"Ook dit oogstjaar weer het opgewekt nerveuze, de liefde voor de passievrucht, kokette kruisbessen, tikje grapefruit, groene kruiden en een flinke pets citrus.”
Wijn 7:
"Wellustige bramigheid, ongeremde zwarte bessen, kruidigheid, pepertjes, het zachte, smeuïge van gesmolten bittere chocolade en fijngewreven tannines die de mantel der liefde omhangen.”
Voor wie wil deelnemen aan de wijntaalquiz: in het weekend plaats ik de antwoorden. Succes!
Wat bedoelt een wijnexpert toch?
De computer zegt: wijnjargon is geen flauwekul. Kunnen experts wijnen inderdaad aan elkaars beschrijvingen herkennen? Test!
Wijn die het glas uit stuift. Wijn die aardbeien in de neus heeft, of tabak. Wijn die agressief is, of juist héél elegant. Wijn die knispert! Wijnjargon lijkt op het eerste gezicht geschikter om satire mee te bedrijven dan om wijn mee te beschrijven. Monty Python heeft een fantastische sketch over Australische tafelwijnen, waaronder een wijn die „aan twee kanten de sluizen openzet”, een die „een aanhoudend brandend gevoel” veroorzaakt en een legendarische sprankelende wijn die je het best kunt „neerleggen en vermijden”.
Maar wie denkt dat wijntaal louter opgeblazen onzin is, heeft het toch mis. Samen met collega’s heeft psycholoog Ilja Croijmans (Universiteit Utrecht) een computerprogramma geleerd om op basis van wijnbeschrijvingen de kleur en de druivensoort te leren herkennen. Dat dat goed lukte, betekent dat wijnschrijvers behoorlijk consistent zijn in de manier waarop ze de kenmerken van wijnen noteren – en dat wijnjargon dus een taal is waarin experts onderling echt informatie kunnen overbrengen. Het wetenschappelijke onderzoek is vorige maand gepubliceerd in Natural Language Engineering.
De onderzoekers gebruikten 73.329 Engelstalige beschrijvingen (van ééndruifswijnen, geen blends) door dertien wijnschrijvers, geplukt van de site winemag.com. Ze trainden hun computerprogramma steeds met de beschrijvingen van twaalf schrijvers en vroegen dan bij die van de dertiende schrijver steeds welke kleur wijn het was, welke druif en of de wijn in de oude wereld (Europa) of de nieuwe wereld (de rest) was gemaakt. Die laatste vraag bleek te moeilijk, daar presteerde het programma niet boven kansniveau. Maar bij kleur had het programma het bij 95 procent van de wijnen goed en bij druif bij 57 procent van de wijnen (terwijl er maar liefst 31 verschillende druiven in de steekproef zaten). Croijmans vermoedt, zegt hij desgevraagd, dat Nederlands wijnjargon vergelijkbare resultaten zou hebben opgeleverd.
Hoe moeilijk zijn zulke vragen eigenlijk? Voor een mens? Om daar een beetje gevoel voor te krijgen besloten we om zonder enige wetenschappelijke pretentie zeven wijnbeschrijvingen door NRC-wijnjournalist Harold Hamersma voor te leggen aan twee wijnkenners en -liefhebbers. Namelijk aan de Nijmeegse hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis, die in 2012 het boek De merkwaardige psychologie van een wijndrinker publiceerde (en vorige maand het reisboek Wegwee). En aan schrijver Ronald Giphart, van wie vorige maand zijn tiende roman Alle tijd verscheen, en die samen met Hamersma twee wijnreisprogramma’s heeft gemaakt voor tv-zender 24Kitchen.
Leuk idee, zo’n test, vindt Croijmans, al was hij aanvankelijk bezorgd omdat Hamersma volgens hem nogal eigenzinnige metaforen gebruikt. „Hij omschreef eens een wijn als ‘carpaccio van wc-eend’”, zegt Croijmans. Hamersma waarschuwt zelf trouwens ook meteen voor zijn eigen aparte taalgebruik: „Ik ben geen doorsnee-wijnschrijver.” We wagen het erop. Ook Croijmans doet de test, al is hij persoonlijk meer een whisky- en speciaalbierkenner (zijn onderzoek naar taal, geur en smaak richt zich op wijn omdat daar zó veel meer over wordt geschreven en gesproken).
WIJNTAALQUIZ HAALT U DE WIJN UIT DE BESCHRIJVINGEN?
Hieronder staan zeven beschrijvingen van ééndruifswijnen (monocépages), geschreven door Harold Hamersma. Beantwoord bij elke wijn drie vragen:
1. Is het rood, wit of rosé?
2. Van welke druif is de wijn gemaakt?
3. Komt deze wijn uit de oude of de nieuwe wereld?
Wijn 1:
"Ultraverse inzet van pruimigheid, bramen, laurier, een handje groene kruiderij en fiks wat jeugdtannines.”
Wijn 2:
"Heeft een ambitie die verder reikt dan slechts een oppervlakkig dorstlessertje te zijn. Rondom gevuld met zuidfruit. Abrikozen doen hun ronde, perzik deelt uit, rijpe appel komt op appel. Een roomboterbabbelaar fluistert zachtjes naar de kwieke zuren die zich richting afdronk haasten.”
Wijn 3:
"Zoet kan zoet zijn zonder zoet te zijn. Boezemig en bloezemig. Jasmijn en rozemarijn. Rijpe abrikozen, het krokante van baklava, rozijnen op sap, gekoelde honing, gemberbolus, delicate, helder en opwekkend. Wie ’m wat wil temporiseren, koelt ’m wat terug. Wie linea recta de bloementuin wil inwandelen, haalt ’m wat eerder uit de koelkast.”
Wijn 4:
"Bessig, bramen, kruidnagelen, laurier, een vriendschapszoetje en aanhankelijkheidstannines.”
Wijn 5:
"Zonnig-rijpe zwarte kersen, bessenzoet, bosbewegingen, kruidensnufje, wierookwuftje en talmzuren.”
Wijn 6:
"Ook dit oogstjaar weer het opgewekt nerveuze, de liefde voor de passievrucht, kokette kruisbessen, tikje grapefruit, groene kruiden en een flinke pets citrus.”
Wijn 7:
"Wellustige bramigheid, ongeremde zwarte bessen, kruidigheid, pepertjes, het zachte, smeuïge van gesmolten bittere chocolade en fijngewreven tannines die de mantel der liefde omhangen.”