16-07-2021, 09:46 PM
Vorige week las ik de laatste vrucht van Jeroen Olyslaegers, 'wildevrouw', over de teloorgang van Antwerpen als handelsmetropool in de 16de eeuw. Zeker geen slecht geschreven boek, door de hoeveelheid aan thema's en hoofdpersonages misschien een beetje te ambitieus, maar wel bijzonder interessant omdat het gebaseerd is op heel wat historische bronnen.
De protagonist is Beer, een herbergier, die in zijn herberg heel illuster Antwerpen, van Pieter Bruegel 'Pier den Drol' tot Abraham Ortelius ontvangt. Er wordt in zo'n herberg natuurlijk stevig wat gezopen en die drankzucht loopt als een rode draad doorheen het boek.
Waar ik naartoe wil: Olyslaegers beschrijft regelmatig, naast de liters en liters bier, welke wijnen de 16de eeuwse Antwerpenaar regelmatig dronk. En wat blijkt... er bestaat inderdaad heel wat historische bronnen en historisch naslagwerk over de wijnconsumptie in de 16de eeuw en dat vind ik dan weer interessant om even te posten op een wijnforum.
een samenvatting uit wat naslagwerk:
Wijn was de voornaamste dorstlesser voor de rijkere burgers. Voor de doorsnee wijndrinker waren de Franse kustwijnen de beste koop. De Rijnwijn was dan weer een exclusievere 'betere' koop. Deze twee voorbeelden tonen het verband aan tussen
geografie en kostprijs. Hoe verder en moeilijker het transport van de wijn, hoe duurder de prijs. Daarom is er een verband tussen de voorkeur van de verschillende gewesten in de Nederlanden voor bepaalde wijnen en de verkeersgeografische structuur. Vlaanderen kon vooral genieten van Poitouwijn (Poitou, Rotsele, Rutsele, of wijn van Sint-Jan) en van andere Franse wijnen die langs Damme en de Noord Franse wijnmarkten werden ingevoerd. In Brabant, Namen en Luik was de Rijnschen wijn dan weer al sinds de 12e
eeuw toonaangevend. Op het einde van de 15e eeuw bedroeg de Rijnwijn 50 procent van de wijnconsumptie. In het begin van de 16e eeuw bedroeg haar consumptie in Leuven, Diest en Antwerpen zelfs meer dan de helft van de totale wijnconsumptie.
Andere wijnen kwamen bijvoorbeeld uit het Middellandse zeegebied – zoals de Griekse Malveseyen en Romenije of de Portugese Bastaard – en uit Frankrijk – zoals de Gascoenschen wijn en de Anseroysen. Met de vestiging van de Bourgondische dynastie kregen ook de Bourgogne wijnen uit de streek rond Beaune vooral in Brabant een opmerkelijk aanzien. Andere gebieden betekenden ook andere smaken. De zoetekauwen onder de wijndrinkers vonden hun genoegen in de witte likeurwijn Malveseyen, terwijl stevige smaakpapillen eerder grepen naar een klassieke rode Gascoenschen wijn.
In de Nederlanden ging al vanaf de late Middeleeuwen de voorkeur uit naar jonge witte of roséwijntjes.
Rond het midden van de 16e eeuw had de Franse wijninvoer – voornamelijk uit Poitou en Gascogne – voor 60 procent aandeel in het wijnverbruik van de Nederlanden, terwijl de Rijn- en Moezelwijn 25 procent voor hun rekening namen.
De populariteit van de Rijnschen wijn blijkt sterk uit de liedjes waar ze als enige soort herhaaldelijk wordt vernoemd, terwijl de meeste drinkliedjes de wijn in het algemeen bezingen. De landman drinkt het liefst van al de „rinse win? thuis bij zijn vrouwtje.
Ick drincker veel liever de rinse win dan bier
Want het bier valt dickmaels brack
De Rijnschen wijn wordt opvallend veel vernoemd in toneelteksten en in drinkliedjes, wat wijst op de goede reputatie die de wijn genoot in de Nederlanden. Naast de dominerende Rijnschen wijn, vinden we de vooral door Vlamingen gedronken Poittou terug, en wijnsoorten uit het Middellandse zeegebied zoals de Malveseye, Romenije of Bastart.
In het Het Mandement van Bacchus een boekje uit 1580 worden er 32 wijnen en 30 bieren worden er opgesomd, in aflopende volgorde van kwaliteit. (zie afbeelding) ‘Bacchus’ noemde verder 92 kroegen, niet meer dan een gedeelte van de minstens 376 horecagelegenheden die de stad op dat moment telde.
Maar welke wijnen schonken de Antwerpse kroegen vooral? Als eerste worden de Rijnse wijnen genoemd, dus uit het Rijngebied in Duitsland. Destijds was het de in de Lage Landen meest algemene kwaliteitswijn, Duitsland lag immers dichtbij. Daarna somt Bacchus een aantal wijnen uit het Middellandse-Zeegebied op: Malveseyen, Romenyen, Muscadellen. Dit waren zoete, likeurachtige wijnen van de Griekse eilanden. Daarna volgt een groot aantal Franse wijnen uit onder meer Gascogne, de Elzas, Anjou, Poitou en de Bourgogne. Op die laatste na konden deze over het water een belangrijke havenstad als Antwerpen natuurlijk goed bereiken.
Opvallend volgen helemaal achteraan een aantal Brabantse wijnen: die van Leuven, Aarschot en… Hoegaarden. Want inderdaad, een paar plaatsen in zuidelijk Brabant die tegenwoordig vooral beroemd zijn om hun bier, waren ooit typische wijndorpen en -steden. In de 16e eeuw was deze echter al ver over zijn top. Toch al nooit veel meer dan eenvoudige landwijntjes, werden ze steeds minder gewaardeerd. Hoge kosten, een tijdelijk kouder klimaat en oorlogshandelingen zouden deze inheemse wijn uiteindelijk de das omdoen. Enkel een paar likeurachtige wijnen, die van de Roeselberg en de ‘Tshertogen wijn’ uit Leuven, werden door Bacchus beter gewaardeerd. Ook deze zouden echter spoedig verdwijnen.
Soit, heel wat interessant leesvoer over wijn. Zowel het boek van Olyslaegers als het historische naslagwerk.
bronnen:
https://verlorenbieren.nl/een-kroegentoc...antwerpen/
https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/...001_AC.pdf
De protagonist is Beer, een herbergier, die in zijn herberg heel illuster Antwerpen, van Pieter Bruegel 'Pier den Drol' tot Abraham Ortelius ontvangt. Er wordt in zo'n herberg natuurlijk stevig wat gezopen en die drankzucht loopt als een rode draad doorheen het boek.
Waar ik naartoe wil: Olyslaegers beschrijft regelmatig, naast de liters en liters bier, welke wijnen de 16de eeuwse Antwerpenaar regelmatig dronk. En wat blijkt... er bestaat inderdaad heel wat historische bronnen en historisch naslagwerk over de wijnconsumptie in de 16de eeuw en dat vind ik dan weer interessant om even te posten op een wijnforum.
een samenvatting uit wat naslagwerk:
Wijn was de voornaamste dorstlesser voor de rijkere burgers. Voor de doorsnee wijndrinker waren de Franse kustwijnen de beste koop. De Rijnwijn was dan weer een exclusievere 'betere' koop. Deze twee voorbeelden tonen het verband aan tussen
geografie en kostprijs. Hoe verder en moeilijker het transport van de wijn, hoe duurder de prijs. Daarom is er een verband tussen de voorkeur van de verschillende gewesten in de Nederlanden voor bepaalde wijnen en de verkeersgeografische structuur. Vlaanderen kon vooral genieten van Poitouwijn (Poitou, Rotsele, Rutsele, of wijn van Sint-Jan) en van andere Franse wijnen die langs Damme en de Noord Franse wijnmarkten werden ingevoerd. In Brabant, Namen en Luik was de Rijnschen wijn dan weer al sinds de 12e
eeuw toonaangevend. Op het einde van de 15e eeuw bedroeg de Rijnwijn 50 procent van de wijnconsumptie. In het begin van de 16e eeuw bedroeg haar consumptie in Leuven, Diest en Antwerpen zelfs meer dan de helft van de totale wijnconsumptie.
Andere wijnen kwamen bijvoorbeeld uit het Middellandse zeegebied – zoals de Griekse Malveseyen en Romenije of de Portugese Bastaard – en uit Frankrijk – zoals de Gascoenschen wijn en de Anseroysen. Met de vestiging van de Bourgondische dynastie kregen ook de Bourgogne wijnen uit de streek rond Beaune vooral in Brabant een opmerkelijk aanzien. Andere gebieden betekenden ook andere smaken. De zoetekauwen onder de wijndrinkers vonden hun genoegen in de witte likeurwijn Malveseyen, terwijl stevige smaakpapillen eerder grepen naar een klassieke rode Gascoenschen wijn.
In de Nederlanden ging al vanaf de late Middeleeuwen de voorkeur uit naar jonge witte of roséwijntjes.
Rond het midden van de 16e eeuw had de Franse wijninvoer – voornamelijk uit Poitou en Gascogne – voor 60 procent aandeel in het wijnverbruik van de Nederlanden, terwijl de Rijn- en Moezelwijn 25 procent voor hun rekening namen.
De populariteit van de Rijnschen wijn blijkt sterk uit de liedjes waar ze als enige soort herhaaldelijk wordt vernoemd, terwijl de meeste drinkliedjes de wijn in het algemeen bezingen. De landman drinkt het liefst van al de „rinse win? thuis bij zijn vrouwtje.
Ick drincker veel liever de rinse win dan bier
Want het bier valt dickmaels brack
De Rijnschen wijn wordt opvallend veel vernoemd in toneelteksten en in drinkliedjes, wat wijst op de goede reputatie die de wijn genoot in de Nederlanden. Naast de dominerende Rijnschen wijn, vinden we de vooral door Vlamingen gedronken Poittou terug, en wijnsoorten uit het Middellandse zeegebied zoals de Malveseye, Romenije of Bastart.
In het Het Mandement van Bacchus een boekje uit 1580 worden er 32 wijnen en 30 bieren worden er opgesomd, in aflopende volgorde van kwaliteit. (zie afbeelding) ‘Bacchus’ noemde verder 92 kroegen, niet meer dan een gedeelte van de minstens 376 horecagelegenheden die de stad op dat moment telde.
Maar welke wijnen schonken de Antwerpse kroegen vooral? Als eerste worden de Rijnse wijnen genoemd, dus uit het Rijngebied in Duitsland. Destijds was het de in de Lage Landen meest algemene kwaliteitswijn, Duitsland lag immers dichtbij. Daarna somt Bacchus een aantal wijnen uit het Middellandse-Zeegebied op: Malveseyen, Romenyen, Muscadellen. Dit waren zoete, likeurachtige wijnen van de Griekse eilanden. Daarna volgt een groot aantal Franse wijnen uit onder meer Gascogne, de Elzas, Anjou, Poitou en de Bourgogne. Op die laatste na konden deze over het water een belangrijke havenstad als Antwerpen natuurlijk goed bereiken.
Opvallend volgen helemaal achteraan een aantal Brabantse wijnen: die van Leuven, Aarschot en… Hoegaarden. Want inderdaad, een paar plaatsen in zuidelijk Brabant die tegenwoordig vooral beroemd zijn om hun bier, waren ooit typische wijndorpen en -steden. In de 16e eeuw was deze echter al ver over zijn top. Toch al nooit veel meer dan eenvoudige landwijntjes, werden ze steeds minder gewaardeerd. Hoge kosten, een tijdelijk kouder klimaat en oorlogshandelingen zouden deze inheemse wijn uiteindelijk de das omdoen. Enkel een paar likeurachtige wijnen, die van de Roeselberg en de ‘Tshertogen wijn’ uit Leuven, werden door Bacchus beter gewaardeerd. Ook deze zouden echter spoedig verdwijnen.
Soit, heel wat interessant leesvoer over wijn. Zowel het boek van Olyslaegers als het historische naslagwerk.
bronnen:
https://verlorenbieren.nl/een-kroegentoc...antwerpen/
https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/...001_AC.pdf