26-12-2024, 03:18 PM
(Hier moest foto staan, maar blijkbaar lukt dat niet meer...)
Beide wijnen werden om 11 uur 's ochtends geopend en in een karaf gedaan, gevolgd door een snelle proef. Eerst de Granbussia: een opvallend heldere kleur, met weinig evolutie voor een Barolo, en al helemaal voor eentje van meer dan dertig jaar oud. In de neus zat al een hint van tertiaire aroma’s, maar ook fijn rood fruit—een prachtige geur. In de mond had ik hem voller verwacht, maar hij moest wellicht nog wat tot rust komen. De afdronk was wel lang en mineraal, iets wat ik minder gewend ben bij Barolo.
Bij het openen van de Monfalletto leek ik meteen kurk te ruiken toen de kurk eruit kwam. Toch heb ik hem gedecanteerd en geproefd. In de neus zat inderdaad een vleugje TCA, maar in de mond was het veel minder duidelijk. Dat gaf me hoop dat het zou verminderen door wat lucht. Een uurtje later besloot ik echter toch een tweede fles te openen, en toen was het overduidelijk: de eerste fles had een zweem van kurk.
De tweede fles Monfalletto toonde een iets donkerdere kleur dan de Granbussia, met nog minder evolutie. Hij was dieper en fruitiger, met meer tannines, vooral in de afdronk—wat bij het gerecht waarschijnlijk geen probleem zou zijn.
's Avonds aan tafel bleken beide wijnen zich verder ontwikkeld te hebben, wat maar weer bevestigt waarom we Nebbiolo’s ruim op tijd openen: ze hebben lucht nodig. Tot mijn verrassing had de meeste gasten (de volgende generatie…) een voorkeur voor de 1996 Monfalletto. Die was intussen wat rijker, zachter en romiger geworden, terwijl de Granbussia strenger bleef. Toch was die laatste veel genuanceerder, en begon ik de minerale afdronk steeds meer te waarderen.
Rebuy?
De keuze is snel gemaakt: de Monfalletto was misschien een fractie eenvoudiger, maar ontegenzeggelijk "lekkerder". Gezien de prijs—de laatste jaren zo’n 1/10 van die van de Granbussia—is de keuze duidelijk.
Beide wijnen werden om 11 uur 's ochtends geopend en in een karaf gedaan, gevolgd door een snelle proef. Eerst de Granbussia: een opvallend heldere kleur, met weinig evolutie voor een Barolo, en al helemaal voor eentje van meer dan dertig jaar oud. In de neus zat al een hint van tertiaire aroma’s, maar ook fijn rood fruit—een prachtige geur. In de mond had ik hem voller verwacht, maar hij moest wellicht nog wat tot rust komen. De afdronk was wel lang en mineraal, iets wat ik minder gewend ben bij Barolo.
Bij het openen van de Monfalletto leek ik meteen kurk te ruiken toen de kurk eruit kwam. Toch heb ik hem gedecanteerd en geproefd. In de neus zat inderdaad een vleugje TCA, maar in de mond was het veel minder duidelijk. Dat gaf me hoop dat het zou verminderen door wat lucht. Een uurtje later besloot ik echter toch een tweede fles te openen, en toen was het overduidelijk: de eerste fles had een zweem van kurk.
De tweede fles Monfalletto toonde een iets donkerdere kleur dan de Granbussia, met nog minder evolutie. Hij was dieper en fruitiger, met meer tannines, vooral in de afdronk—wat bij het gerecht waarschijnlijk geen probleem zou zijn.
's Avonds aan tafel bleken beide wijnen zich verder ontwikkeld te hebben, wat maar weer bevestigt waarom we Nebbiolo’s ruim op tijd openen: ze hebben lucht nodig. Tot mijn verrassing had de meeste gasten (de volgende generatie…) een voorkeur voor de 1996 Monfalletto. Die was intussen wat rijker, zachter en romiger geworden, terwijl de Granbussia strenger bleef. Toch was die laatste veel genuanceerder, en begon ik de minerale afdronk steeds meer te waarderen.
Rebuy?
De keuze is snel gemaakt: de Monfalletto was misschien een fractie eenvoudiger, maar ontegenzeggelijk "lekkerder". Gezien de prijs—de laatste jaren zo’n 1/10 van die van de Granbussia—is de keuze duidelijk.