06-12-2021, 06:26 PM
Na meerdere keren te zijn uitgesteld - en terwijl ook nu terug donkere coronawolken aan de horizon lonkten - was het dan eindelijk toch tijd voor de langverwachte Bourgognereis met mijn collega's sommeliers-in-wording. Begin december is misschien niet de meest uitgelezen periode om naar Bourgogne af te zakken, maar uiteindelijk kon dat ons geen bal schelen. We wilden eindelijk de heilige gronden betreden en onze kas vol godennectar gieten. (disclaimer: er werd voornamelijk gespuwd tijdens de tastings ) Aangezien ik nog een eindwerk over de Crus van de Beaujolais aan het ineenflansen ben, kon een verlengd verblijf in het noorden van de Beaujolais-streek er ook niet aan ontbreken. Uiteindelijk was ik in totaal zes dagen ter plaatse en bezocht ik 14 domeinen: 8 in Bourgogne en 6 in Beaujolais.
Ik heb geen tasting notities bijgehouden, dus dit zijn vooral algemene indrukken. Consequent foto’s nemen is ook mijn ding niet.
Dag 1
Vroeg uit mijn nest, want afspraak om 10.30 uur aan Château de Chamilly in het noorden van de Côte Chalonnaise om er meteen in te vliegen.
[attachment=5900]
De familie Desfontaine heeft het château sinds de 16e eeuw in het bezit. Momenteel is, met de broers Xavier en Arnaud en hun moeder Véronique, de elfde en twaalfde generatie wijnbouwers er aan de slag. Xavier is de wijnmaker van dienst en werkte na zijn studies als oenoloog onder meer op domeinen in Vosne, de Rhône, Australië en Nieuw-Zeeland alvorens terug in Chamilly te belanden. De familie heeft een dertigtal hectare aan wijngaarden in de Côte Chalonnaise al fluctueerde dit wat de voorbije jaren. Vrij recent kochten ze een zevental hectare aan wijngaarden in Bouzeron. De tegenvallende oogsten de laatste jaren hebben hen doen nadenken over hun business model. Ze hebben dit jaar de beslissing genomen om zich ook te gaan toeleggen op bier brouwen. In het voorjaar zal een schuur op het domein worden omgebouwd tot brouwerij voor speciaalbieren (o.a. IPA’s). Op deze manier willen ze zich beter wapenen tegen de onzekerheid van de klimaatopwarming.
De rode wijnen worden op het domein in Chamilly gevinifieerd, terwijl ze voor de witte een aparte cuverie hebben in Buxy om de druiven sneller te kunnen verwerken. Ze werken quasi biologisch, maar laten de deur op een kier voor ingrepen wanneer echt nodig. Onder Château de Chamilly maken ze wijnen onder de AOC's Bourgogne (PN, CC, Aligoté), Bouzeron, Mercurey & Montagny. Ze kopen ook druiven aan en maken (afhankelijk van het jaar en de beschikbaarheid van druiven) onder meer Corton GC, Puligny-Montrachet en Santenay. Deze wijnen worden gebotteld als 'Desfontaine Frères'.
We proefden (alles in 2019) de Bouzeron en enkele Montagny’s in wit. De Bourgogne CC, enkele Mercurey's en de Santenay 1er Cru in rood. In rood was er quasi niets meer te koop. Stuk voor stuk correcte tot mooie wijnen. In wit ging mijn voorkeur naar de Montagny Les Bassets en in rood naar de Bourgogne CC (mooie p/k aan €12) en de Santenay 1er Cru.
[attachment=5901]
Leuke starter en na een broodjeslunch ter plaatse (met een uitvoerige hertasting van de wijnen) ging het richting Bouzeron, het dorpje van de enige appellatie in Bourgogne waar de aligoté-druif de plak zwaait. We waren wat te vroeg voor onze afspraak en besloten dan maar om nog een stukje te gaan wandelen langs de wijngaarden.
[attachment=5903]
Binnen de appellatie Bouzeron is dé voortrekker Pierre de Benoist, die de touwtjes in handen heeft van Domaine de Villaine (tot voor kort Domaine A. et P. de Villaine). Mocht de naam van dat domein geen belletje doen rinkelen… het werd in 1971 gekocht door zijn nonkel en tante: Aubert en Pamela de Villaine. Zijn nonkel had namelijk net de touwtjes van een ander domein in de Côte de Nuits overgenomen en wilde daar liever niet wonen. Daarom kocht hij een stekje in Bouzeron. O ja, dat domein in de Côte de Nuits waarvan sprake is Domaine de la Romanée-Conti.
[attachment=5902]
Het was dus Aubert de Villaine die begon met de opwaardering van de wijngaarden en het is Pierre de Benoist die sinds 2001 het werk verderzet. Er zijn zo’n 25 hectare aan wijngaarden en er worden wijnen geproduceerd onder de AOC’s Bourgogne CC, Bouzeron, Rully, Mercurey, Saint-Aubin en Santenay. In 2015 en 2017 waren er nog belangrijke uitbreidingen met de aankoop van verschillende 1er Cru wijngaarden in Rully.
We werden ontvangen in een proeflokaal op de eerste verdieping (eens iets anders dan een koude kelder). Op het domein werkt men biodynamisch en het werd meteen duidelijk dat de Benoist er heel uitgesproken ideeën op nahoudt. Het werd een zeer boeiende en op hetzelfde moment zeer bizarre uiteenzetting over zijn werkwijze en visie. Ik hing enerzijds aan zijn lippen, terwijl ik anderzijds dacht: “jezus mina, wat bazel jij toch allemaal?”
Dat sommige ideeën van biodynamische wijnbouwers nogal ‘speciaal’ kunnen zijn, wist ik al. Maar dit was toch wel next level stuff Een minutenlange uitleg over hoe we eigenlijk niet over het fruit in de wijn moeten spreken, maar wel over de herinnering aan het fruit. Hoe wijn eigenlijk geen wijn is, maar water. Bizar, fantastisch, komisch, geniaal… wie zal het zeggen? Memorabel was het alvast.
Het kan echter niet worden ontkend dat de man heel mooie wijnen maakt. We kregen (alles in 2019 als ik mij niet vergis) eerst zijn Bouzeron en Bourgogne CC voorgeschoteld. Vervolgens drie witte Rully 1er Crus van percelen uit het noorden, midden en zuiden van de appellatie ter vergelijking. Allemaal mooie wijnen, waarbij de climat ‘Cloux’ mijn voorkeur had. We hebben geen prijslijst gezien, want er was geen druppel wijn meer te kopen, maar deze witte 1er Crus zouden wel richting € 40 gaan… In rood proefden we La Digoine Bourgogne CC, die heel mooi was. Dan nog iets anders in rood met meer structuur, vermoedelijk de Mercurey Les Montots, maar hier is mijn geheugen wat troebel. Als afsluiter liet hij ons nog een Bouzeron proeven waarvan we het jaartal mochten raden. Het bleek een 2010 te zijn. Hij was er zelf heel enthousiast over, maar een aligoté met 10+ jaar op de teller… niet meteen mijn meug.
Na dit bezoek keerden we terug richting Beaune en hielden we nog even halt in Pommard. In het centrum brachten we nog een blitzbezoek aan het proeflokaal van Virely-Rougeot, een familiedomein van 9 hectare met wijngaarden in Beaune, Pommard en Meursault. De familie was alles in gereedheid aan het brengen om de dag erop richting Parijs te karren voor het Salon des Vins des Vignerons Indépendants. Toch konden we nog snel enkele wijnen proeven.
Meursault 2019: kon weinig boeien.
Beaune Clos de l’ermitage Saint-Désiré Monopole 2017: enige domein op de trip dat nog iets in 2017 kon aanbieden en dat zou iets kunnen zeggen over de kwaliteit, maar dit was best een leuke, goed gemaakte wijn.
Pommard 1er Cru Les Chanlins Bas ‘19 & Pommard 1er Cru Clos des Arvelets ‘19: beide goed gemaakte, wat rustieke Pommards. Aan €35 nog betaalbaar voor de appellatie.
Hiermee zaten de eerste drie bezoeken erop. ’s Avonds aten we in Ermitage de Corton, gelegen langs de D974 net buiten Beaune richting Côte de Nuits, waar het dik in orde was.
TBC...
Ik heb geen tasting notities bijgehouden, dus dit zijn vooral algemene indrukken. Consequent foto’s nemen is ook mijn ding niet.
Dag 1
Vroeg uit mijn nest, want afspraak om 10.30 uur aan Château de Chamilly in het noorden van de Côte Chalonnaise om er meteen in te vliegen.
[attachment=5900]
De familie Desfontaine heeft het château sinds de 16e eeuw in het bezit. Momenteel is, met de broers Xavier en Arnaud en hun moeder Véronique, de elfde en twaalfde generatie wijnbouwers er aan de slag. Xavier is de wijnmaker van dienst en werkte na zijn studies als oenoloog onder meer op domeinen in Vosne, de Rhône, Australië en Nieuw-Zeeland alvorens terug in Chamilly te belanden. De familie heeft een dertigtal hectare aan wijngaarden in de Côte Chalonnaise al fluctueerde dit wat de voorbije jaren. Vrij recent kochten ze een zevental hectare aan wijngaarden in Bouzeron. De tegenvallende oogsten de laatste jaren hebben hen doen nadenken over hun business model. Ze hebben dit jaar de beslissing genomen om zich ook te gaan toeleggen op bier brouwen. In het voorjaar zal een schuur op het domein worden omgebouwd tot brouwerij voor speciaalbieren (o.a. IPA’s). Op deze manier willen ze zich beter wapenen tegen de onzekerheid van de klimaatopwarming.
De rode wijnen worden op het domein in Chamilly gevinifieerd, terwijl ze voor de witte een aparte cuverie hebben in Buxy om de druiven sneller te kunnen verwerken. Ze werken quasi biologisch, maar laten de deur op een kier voor ingrepen wanneer echt nodig. Onder Château de Chamilly maken ze wijnen onder de AOC's Bourgogne (PN, CC, Aligoté), Bouzeron, Mercurey & Montagny. Ze kopen ook druiven aan en maken (afhankelijk van het jaar en de beschikbaarheid van druiven) onder meer Corton GC, Puligny-Montrachet en Santenay. Deze wijnen worden gebotteld als 'Desfontaine Frères'.
We proefden (alles in 2019) de Bouzeron en enkele Montagny’s in wit. De Bourgogne CC, enkele Mercurey's en de Santenay 1er Cru in rood. In rood was er quasi niets meer te koop. Stuk voor stuk correcte tot mooie wijnen. In wit ging mijn voorkeur naar de Montagny Les Bassets en in rood naar de Bourgogne CC (mooie p/k aan €12) en de Santenay 1er Cru.
[attachment=5901]
Leuke starter en na een broodjeslunch ter plaatse (met een uitvoerige hertasting van de wijnen) ging het richting Bouzeron, het dorpje van de enige appellatie in Bourgogne waar de aligoté-druif de plak zwaait. We waren wat te vroeg voor onze afspraak en besloten dan maar om nog een stukje te gaan wandelen langs de wijngaarden.
[attachment=5903]
Binnen de appellatie Bouzeron is dé voortrekker Pierre de Benoist, die de touwtjes in handen heeft van Domaine de Villaine (tot voor kort Domaine A. et P. de Villaine). Mocht de naam van dat domein geen belletje doen rinkelen… het werd in 1971 gekocht door zijn nonkel en tante: Aubert en Pamela de Villaine. Zijn nonkel had namelijk net de touwtjes van een ander domein in de Côte de Nuits overgenomen en wilde daar liever niet wonen. Daarom kocht hij een stekje in Bouzeron. O ja, dat domein in de Côte de Nuits waarvan sprake is Domaine de la Romanée-Conti.
[attachment=5902]
Het was dus Aubert de Villaine die begon met de opwaardering van de wijngaarden en het is Pierre de Benoist die sinds 2001 het werk verderzet. Er zijn zo’n 25 hectare aan wijngaarden en er worden wijnen geproduceerd onder de AOC’s Bourgogne CC, Bouzeron, Rully, Mercurey, Saint-Aubin en Santenay. In 2015 en 2017 waren er nog belangrijke uitbreidingen met de aankoop van verschillende 1er Cru wijngaarden in Rully.
We werden ontvangen in een proeflokaal op de eerste verdieping (eens iets anders dan een koude kelder). Op het domein werkt men biodynamisch en het werd meteen duidelijk dat de Benoist er heel uitgesproken ideeën op nahoudt. Het werd een zeer boeiende en op hetzelfde moment zeer bizarre uiteenzetting over zijn werkwijze en visie. Ik hing enerzijds aan zijn lippen, terwijl ik anderzijds dacht: “jezus mina, wat bazel jij toch allemaal?”
Dat sommige ideeën van biodynamische wijnbouwers nogal ‘speciaal’ kunnen zijn, wist ik al. Maar dit was toch wel next level stuff Een minutenlange uitleg over hoe we eigenlijk niet over het fruit in de wijn moeten spreken, maar wel over de herinnering aan het fruit. Hoe wijn eigenlijk geen wijn is, maar water. Bizar, fantastisch, komisch, geniaal… wie zal het zeggen? Memorabel was het alvast.
Het kan echter niet worden ontkend dat de man heel mooie wijnen maakt. We kregen (alles in 2019 als ik mij niet vergis) eerst zijn Bouzeron en Bourgogne CC voorgeschoteld. Vervolgens drie witte Rully 1er Crus van percelen uit het noorden, midden en zuiden van de appellatie ter vergelijking. Allemaal mooie wijnen, waarbij de climat ‘Cloux’ mijn voorkeur had. We hebben geen prijslijst gezien, want er was geen druppel wijn meer te kopen, maar deze witte 1er Crus zouden wel richting € 40 gaan… In rood proefden we La Digoine Bourgogne CC, die heel mooi was. Dan nog iets anders in rood met meer structuur, vermoedelijk de Mercurey Les Montots, maar hier is mijn geheugen wat troebel. Als afsluiter liet hij ons nog een Bouzeron proeven waarvan we het jaartal mochten raden. Het bleek een 2010 te zijn. Hij was er zelf heel enthousiast over, maar een aligoté met 10+ jaar op de teller… niet meteen mijn meug.
Na dit bezoek keerden we terug richting Beaune en hielden we nog even halt in Pommard. In het centrum brachten we nog een blitzbezoek aan het proeflokaal van Virely-Rougeot, een familiedomein van 9 hectare met wijngaarden in Beaune, Pommard en Meursault. De familie was alles in gereedheid aan het brengen om de dag erop richting Parijs te karren voor het Salon des Vins des Vignerons Indépendants. Toch konden we nog snel enkele wijnen proeven.
Meursault 2019: kon weinig boeien.
Beaune Clos de l’ermitage Saint-Désiré Monopole 2017: enige domein op de trip dat nog iets in 2017 kon aanbieden en dat zou iets kunnen zeggen over de kwaliteit, maar dit was best een leuke, goed gemaakte wijn.
Pommard 1er Cru Les Chanlins Bas ‘19 & Pommard 1er Cru Clos des Arvelets ‘19: beide goed gemaakte, wat rustieke Pommards. Aan €35 nog betaalbaar voor de appellatie.
Hiermee zaten de eerste drie bezoeken erop. ’s Avonds aten we in Ermitage de Corton, gelegen langs de D974 net buiten Beaune richting Côte de Nuits, waar het dik in orde was.
TBC...